Of uw cholesterolgehalte medicamenteus moet worden behandeld, hangt af van uw situatie met betrekking tot de risicofactoren die de kans op het krijgen van hart-vaatziekten beínvloeden. Een hoog cholesterolgehalte is één van de risicofactoren die de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten verhoogt. We onderscheiden enkele groepen om het bepalen van uw situatie te vereenvoudigen:
– Mensen met doorgemaakte hart- en vaatziekten (HVZ)
– Mensen met Diabetes Mellitus Type 2 (DM2)
– Mensen zonder doorgemaakte hart- en vaatziekten of Diabetes Mellitus Type 2
Iedere categorie wordt besproken in onderstaande tekst. Beoordeel zelf tot welke categorie u behoort om vervolgens verder te lezen. Gedurende de tekst zult u uw persoonlijke situatie in kaart hebben gebracht, en zal voor u duidelijk worden of een medicamenteuze behandeling wordt geadviseerd. Als bron van dit advies is de Multidisciplinaire Richtlijn Cardiovasculair Risicomanagement gebruikt, die is gebaseerd op uitgebreid onderzoek en van toepassing is op Nederland.
Mensen met doorgemaakte HVZ (hart- en vaatziekten)
Mensen met doorgemaakte hart- en vaatziekten hebben een duidelijk verhoogd risico van progressie van de ziekte en nieuwe manifestaties van hart- en vaatziekten. Daarom is het belangrijk om o.a. het cholesterolgehalte bij deze patiënten op het juiste peil te hebben. Op basis van onderzoek zijn de volgende adviezen uitgebracht die van toepassing zijn op mensen met hart- en vaatziekten:
- Bij patiënten met HVZ en een LDL-cholesterol boven de 2,5 mmol/l wordt behandeling met een cholesterolverlager (statine) geadviseerd.
- Bij patiënten met HVZ en een LDL-cholesterol lager dan 2,5 mmol/l kan een sterk verhoogd risico (bijvoorbeeld recidiverend hartinfarct, sterk belaste familieanamnese of clustering van risicofactoren) toch voldoende reden zijn om een statine te overwegen.
(Bron: Multidisciplinaire Richtlijn Cardiovasculair Risicomanagement, 2006)
Mensen met DM2 (Diabetes Mellitus Type 2)
Mensen met Diabetes Type 2 hebben extra risico op het krijgen van hart-vaatziekten in vergelijking met mensen zonder Diabetes Type 2 van dezelfde leeftijd en geslacht, al is dit risico gewoonlijk lager dan mensen met doorgemaakte hart-vaatziekten. Het juiste cholesterolgehalte is dus ook bij mensen met Diabetes Type 2 zeer belangrijk. Ook hier zijn op basis van onderzoek adviezen uitgebracht over de behandeling van de cholesterolwaarde:
- Bij patiënten met DM2 en een LDL-cholesterol van meer dan 2,5 mmol/l (of Totaal Cholesterol van meer dan 4,5 mmol/l als het LDL cholesterol door een hoog triglyceridengehalte niet te berekenen is) wordt behandeling met een statine geadviseerd.
- Bij patiënten met DM2 en een LDL-cholesterol van minder dan 2,5 mmol/l kan een sterk verhoogd risico
(bijvoorbeeld slechte metabole controle, nierfunctiestoornis, sterk erfelijke belasting of opeenhoping van risicofactoren) voor de arts en patiënt toch voldoende reden zijn om een statine te overwegen.
(Bron: Multidisciplinaire Richtlijn Cardiovasculair Risicomanagement, 2006)
Mensen zonder HVZ (hart- en vaatziekten) of DM2 (Diabetes Mellitus Type 2)
Bij mensen zonder doorgemaakte hart- en vaatziekten en zonder Diabetes Type2 kunnen klachten, een belaste familieanamnese, zichtbaar overgewicht of de wens van de patiënt aanleiding zijn de risicofactoren toch te beoordelen. In principe wordt een risicoprofiel opgesteld wanneer u bekend bent met één van onderstaande risicofactoren:
- Systolische Bloeddruk van 140 mmHg of meer;
- Totaal Cholesterol van 6, mmol/l of meer;
- roken bij man van 50 jaar of ouder, of roken bij vrouw van 55 jaar of ouder.
Voor het berekenen van uw risico kan de SCORE-tabel gebruikt worden (zie onderstaande afbeelding). Onder de afbeelding vindt u toelichting bij de tabel en vervolgens behandeladvies aansluitend op uw 10-jaars risico.
Toelichting bij het gebruik van de risicotabel
- Het 10-jaarsrisico van sterfte door HVZ wordt uitgedrukt in een percentage en afgelezen op basis van leeftijd, geslacht, rookstatus en actuele SBD (=Systolische bloeddruk) en TC/HDL-ratio (=Totaal-cholesterol gedeelt door het HDL-cholesterolgehalte).
- Bij additionele risicofactoren, zoals een belaste familieanamnese, een ongezond voedingspatroon, weinig lichaamsbeweiging en een te hoog BMI of een middelomtrek van meer dan 102 cm bij mannen of meer dan 88 cm bij vrouwen, is het risico van sterte door hart-vaatziekten hoger dan in de tabel is aangegeven. Hoeveel hoger is niet bekend voor de Nederlandse populatie.
- U kunt de risicotabel gebruiken om het effect van wijzigingen in het risicoprofiel globaal in te schatten, bijvoorbeeld indien zou worden gestopt met roken of als andere risicofactoren zouden worden gereduceerd. Dit effect wordt echter niet direct maar geleidelijk in de loop der jaren bereikt. Langdurige behandeling of verbetering van leefstijl is dus nodig om het risico op hart- en vaatziekten te verlagen.
- Voor de schatting van het risico kan worden uitgegaan van de actuele bloeddruk- en cholesterolwaarden, ook als u al medicamenteus wordt behandeld. De cijfers in de risicotabel betreffen het risico van sterfte ten gevolge van HVZ en gelden specifiek voor Nederland.
De SCORE-risicofunctie is niet geschikt voor een risicoschatting voor mensen met diabetes type2 of reeds doorgemaakte hart-vaatziekten.
Behandeladvies bij risico van 10% of meer.
De cholesterol behandeling bij mensen zonder hart-vaatziekten en zonder diabetes type2 hangt dus sterk af van het 10-jaars risico. Bij een 10-jaars risico van 10% of meer, wordt geadviseerd om te streven naar een LDL-cholesterolgehalte van minder dan 2,5 mmol/l. Probeer dit te bereiken door uw leefstijl aan te passen en als dat niet lukt, overweeg een medicijn om uw cholesterol te verlagen.
- Bij rokers heeft stoppen met roken de voorkeur boven het direct starten met medicijnen, omdat daarmee het risico van HVZ al aanzienlijk wordt verlaagd.
- Bij patiënten met een 10-jaars risico van sterfte door hart-vaatziekten van 10% of meer wordt behandeling met een statine geadviseerd bij een LDL-cholesterol van meer dan 2,5 mmol/l.
- Indien de SBD (systolische bloeddruk) meer dan 140 mmHg is, worden antihypertensiva (bloeddrukverlagers) geadviseerd.
- Patiënten met een SBD van meer dan 180 mmHg komen in aanmerking voor behandeling met antihypertensiva ongeacht de hoogte van het risico van hart-vaatziekten.
(Bron: Multidisciplinaire Richtlijn Cardiovasculair Risicomanagement, 2006)
Behandeladvies bij een risico van minder dan 10%.
Heeft u een 10-jaarsrisico van minder dan 10%, dan wordt geadviseerd om uw risico in eerste instantie te verlagen door uw leefstijl te verbeteren. Stop bijvoorbeeld met roken en/of verbeter uw voedingspatroon en lichaamsbeweging. Bij mensen met een 10-jaarsrisico van minder dan 10% wordt behandeling met een cholesterolverlager overwogen bij:
- Een belaste familieanamnese (= wanneer familieleden hartklachten hebben voor het zestigste levensjaar)
- Obesitas (= BMI boven 30kg/m2 of middelomtrek van meer dan 88cm voor vrouwen en meer dan 102cm voor mannen);
- Aanwijzingen voor eindorgaanschade, zoals (micro)albuminurie, nierfunctiestoornissen of linkerventrikelhypertrofie.
(Bron: Multidisciplinaire Richtlijn Cardiovasculair Risicomanagement, 2006)
Mensen zonder 10-jaarsrisico hoger dan 10% met een totaal cholesterol boven de 8 mmol/l
Het kan zo zijn dat u volgens bovenstaande categorie geen 10-jaarsrisico hebt, maar wel een te hoog totaal cholesterol hebt van boven de 8 mmol/l. De oorzaak van dit hoge cholesterol kan bijvoorbeeld een erfelijke aandoening zijn. Het is raadzaam om uw arts te raadplegen om zodoende de oorzaak vast te stellen. Overigens krijgt vrijwel iedereen met een totaal cholesterol van boven de 8 mmol/l een cholesterolverlager.