Mannen hebben van nature een lager HDL cholesterol in het bloed en zijn mede daardoor minder goed beschermd tegen aderverkalking. Dit lager HDL cholesterol heeft te maken met de hormoonhuishouding van de man versus de vrouw. Het vrouwelijke geslachtshormoon oestrogeen verhoogd het HDL cholesterol in het bloed en daarom ligt het risico op hart- en vaatziekten bij vrouwen onder de 50 jaar lager dan bij mannen van dezelfde leeftijd en met dezelfde risicofactoren. Na de overgang (menopauze) stopt de productie van oestrogeen grotendeels, waardoor o.a. het HDL cholesterol daalt en het risico op hart- en vaatziekten weer gelijk staat aan die van mannen. Geslacht is dus een bewezen risicofactor waar we geen invloed op kunnen uitoefenen.